De
KL-7 ADONIS of POLLUX, was een offline rotor
codeermachines, ontwikkeld in de late jaren '40
door de U.S. Army Security Agency als opvolger
van de SIGABA en werd in 1953 geïntroduceerd
door de National Security Agency (NSA). ADONIS en
POLLUX waren twee verschillende
vercijferingsprocedures voor de KL-7. De KL-7
werd gecompromitteerd door John Walker die de
technische informatie en sleutellijsten aan de
Sovjets verkocht. De KL-7 werd gebruikt door de
Verenigde Staten en veel van zijn bondgenoten en
deed dienst tot 1983.De
uitgang van de KL-7 werd afgedrukt of een
papierstrook De KL-7 heeft acht rotors (de vierde
van links is stationair) met 36 contacten elk.
Tijdens zijn diensttijd werden de rotors
regelmatig teruggeroepen en opnieuw bedraad. De
rotors zijn geplaatst in een rotorkooi, de KLK-7,
die kan verwijderd worden van de machine. Rond
elke rotor zit een uitwisselbare plastic
buitenring met nokken die afgetast wordt door een
schakelaar die elektromagneten activeert, die op
hun beurt pallen vrij geven waardoor de motor
sommige rotors laat voortbewegen. Dit resulteerde
in zeer onregelmatig stappende wielen.
De 26 ingangs-en
uitgangscontacten van de rotorkooi worden
gebruikt voor vercijfering van de letters. De 10
overblijvende in-en uitgangen worden teruggeleid
in de rotors (loop-back), met een zeer complex
signaalverloop van de 26 letters tot gevolg. De
machine was niet-reciproque. Dit was mogelijk
door een schuivend schakelbord onder het
toetsenbord dat ingang en uitgang van de rotors
verwisselde. Details over de bedrading van de
rotors en het stappenmechanisme zijn nog steeds
geclassificeerd. Alle publiek toegankelijke
machines, zoals deze hieronder van het Museum
Verbindingsdienst, zijn zorgvuldig ontdaan van
alle bedrading van de rotors.