Geschiedenis
van de B-21
De B-21 was de eerste
codeermachine, uitgevonden door Boris Hagelin en
gecommercialiseerd door A.B Cryptograph. Toen de
Zweedse Generale Staf in 1925 een alternatief
zocht voor de Duitse Enigma vertelde Hagelin hen
dat hij ervaring had in codeermachines en dat hij
binnen zes maanden een machine zou ontwikkelen
die superieur was aan de Enigma. Dit was echter
een sterk staaltje van blufpoker aangezien
Hagelin van nul diende te starten. Zij waren
echter akkoord en Boris kreeg zijn machine binnen
de tijd klaar. De enige vergelijking met de
Enigma was het toetsenbord en de lampjes. U kunt
op de afbeeldingen klikken om ze te vergroten.
Alle foto's copyrighted en met toestemming van
John Alexander, Leicester.
Technische
Beschrijving
De B-21 was een
baanbrekend ontwerp en gaf het startschot tot het
commerciële succes van Hagelin Cryptos. Hagelin
startte met een bestaand ontwerp van Arvid Damm,
de vereenvoudigde rotors in een vijf op
vijf matrix. Deze rotors waren compleet
verschillend in ontwerp en werking dan de rotors
van de Duitse Enigma machine. De Enigma had drie
rotors met 26 contacten, één voor elke letter
van het alfabet, en een reflector om het signaal
terug in de rotors te leiden. Het ontwerp van
Damm gebruikte slechts twee rotors met vijf
ingangscontacten en tien uitgangscontacten.

Onder het toetsenbord
zitten 10 horizontale regels [1] die in twee
groepen van vijf verdeeld zijn. Als een letter op
het toetsenbord [2] is ingedrukt worden één
regel van de eerste groep en één regel van de
tweede groep horizontaal verschoven. Alle 25
toetsen hebben een andere combinatie van twee
regels, één in elke groep van vijf.
De regels bedienen 10
schakelaars [3] die ook in twee groepen verdeeld
zijn. Bij de eerste groep van vijf contacten gaat
de ene zijde naar de positieve kant van de
voeding en een andere zijde naar de eerste rotor
[4]. Bij de tweede groep van vijf contacten gaat
de ene zijde naar de negatieve kant van de
voeding en een andere zijde naar de tweede rotor
[5].
Elke rotor heeft 5 ring
contacten en 10 uitgangscontacten. De 5
ingangscontacten zijn gescrambled naar de 5
oneven uitgangscontacten op één manier en naar
de 5 even uitgangscontacten op een andere manier.
Met elke van de 10 mogelijke stappen van de rotor
word er gewisseld tussen de even en oneven
contacten om het signaal door te geven aan de
vaste uitgangsrotor [6]. De uitgang van beide
rotors gaat naar een vijf op vijf matrix met 25
lampjes [7] (één letter is weggelaten of
gecombineerd met een andere letter). De 10 rotor
posities zijn gemarkeerd met de letters A tot K
(de letter J is weggelaten).
De
Pin-wielen
Het ontwerp van deze
rotors was niet nieuw maar deed zijn werk prima
om de elektrische signalen te vercijferen. De
innovatie in Hagelin's ontwerp was echter hoe
deze rotors werden voortbewogen. Dit volledig
nieuw concept zou de unieke Hagelin machines
kenmerken in de volgende decennia. De B-21 was de
eerste machine die gebruik maakte van de alom
bekende pin-wielen, ook wel sleutel-wielen
genoemd.
De B-21 heeft vier van
deze pin-wielen met 17 (A tot R), 19 (A tot T),
21 (A tot V) en 23 (A tot X) pinnen, die allen
tegelijk één stap zetten bij elke toetsaanslag.
De letter J is niet gebruikt bij de markeringen
op de pin-wielen. De combinatie van deze
priemgetallen en de 10 mogelijke stappen van de
vercijferingsrotor geeft een maximum periode van
1.560.090.
De twee pinwielen aan
de linkerkant sturen de linkse rotor en de twee
pinwielen aan de rechter kant de rechtse rotor.
Als een pin in positie komt op het ene pin-wiel,
op het andere pin-wiel of op beide pin-wielen van
zo'n paar, zal de bijhorende rotor één stap
verder gaan. Dit systeem geeft een zeer
onregelmatig stappen van de vercijferingsrotors.
Het aantal mogelijke pincombinaties voor alle
pin-wielen is een enorme 1024.
|